LEADERS OF UNITES #78 – Yvo van Veen
Iedereen hoort dezelfde kansen te krijgen
Ik ben Yvo van Veen, ik ben 20 jaar. Ik woon in Barneveld, daar woon in al mijn hele leven. Ik woon thuis met mijn moeder en mijn stiefvader. Mijn pa is overleden toen ik zeven jaar was. Vanaf dat moment heb ik alleen met mijn moeder gewoond, totdat ze mijn stiefpa ontmoette. Ik ben enig kind thuis, ondanks dat ik drie broers heb. Dat is een beetje een lastig verhaal, want mijn vader had, voordat hij met mijn moeder wat kreeg, al twee kinderen. Dat zijn mijn twee oudere broers. Mijn moeder had ook al een kind, dat is de jongste van de oudere broers. Dus van hun samen ben ik het enige kind. Mijn moeder is Surinaams en met mijn Surinaamse broer heb ik nog wel een paar jaar samen gewoond, tot mijn vijfde of zesde. Hem spreek ik nog het meest. Met een van mijn broers heb ik geen contact meer, dat is verwaterd na het overlijden van onze vader. De ander heeft een hele hoge functie in het leger, die werkt in Den Haag. Hij heeft echt van alles gedaan. Hem spreek ik af en toe nog wel, maar mijn broer uit Suriname spreek en zie ik wekelijks.
Mijn moeder heeft me zo Nederlands mogelijk opgevoed. Ik ging naar een compleet Nederlandse school en thuis spraken we geen Surinaams. Ze wilde me zelf ook geen Surinaams leren, alles moest Nederlands zijn. Ik denk dat, dat komt omdat toen zij naar Nederland verhuisde ze gelijk aan het werk wilde, maar ze maar geen baan kreeg en er constant racistische opmerkingen werden gemaakt. Mijn broer hetzelfde. Hij heeft een Surinaamse naam, hij is donkerder getint dan dat ik ben. Ik heb een Nederlandse naam en ben ook erg Nederlands opgevoed en ik heb eigenlijk nooit echt op die manier last gehad van dat soort dingen. Daar ben ik wel dankbaar voor, al hoort dat helemaal niet, hè? Eigenlijk hoor je geen onderscheid te maken. Iedereen hoort dezelfde kansen te krijgen.
Als ik een sport kies, moet ik er ook helemaal voor gaan
Na het overlijden van mijn vader ging het een tijdje niet heel lekker met me. Ik zat veel thuis en wilde niks meer doen. Ik kwam thuis van school, pakte een zak chip en een fles cola en ging de hele dag gamen. Uiteindelijk zeiden mensen van ‘je bent niet lekker bezig’, en mijn moeder maakte zich daar ook zorgen over. Dus toen ben ik een soort van gedwongen om een sport te kiezen van de dokter. Ik was toen ongeveer twaalf. Ik had me voorgenomen dat als ik een sport moest kiezen, ik er ook echt helemaal voor moest gaan en dan heb ik toen gedaan.
Ik was op een dag buiten een beetje aan het basketballen en toen kwam er iemand naar me toe met ‘kom eens een keertje meetrainen.’ Toen ben ik in Barneveld gaan spelen, daar vond ik het wel prima. Totdat een paar jongens van mijn team naar andere clubs in de buurt gingen en dat wilde ik ook. Toen ben ik selectietrainingen gaan doen, eerst in Landstede en daarna bij Crackerjacks in Amersfoort. De trainer daar wilde me wel graag in het team hebben dus ben ik daar landelijk gaan spelen. Dat was superleuk! Ik heb dan anderhalf seizoen gedaan. Daarna, dat was toen ik net achttien was, ben ik gestopt met spelen, maar ik heb wel echt een leuke tijd gehad daar.
Als je het samen doet is het altijd beter dan alleen
Ik ging toen een voorbereidende militaire opleiding doen. Ik wilde heel graag het leger in, mijn oudere broer achterna. Uiteindelijk moest ik ook met die opleiding stoppen vanwege een blessure. Ik had mijn hand gebroken. Ik baalde heel erg, want ik gaf daar echt mijn leven voor. Het was écht een van de grotere dromen die ik had. De breuk was zo heftig dat artsen zeiden ‘je kan beter een ander beroep kiezen, want het is te risicovol om dit te blijven doen.’ Ik wilde toen weer gaan basketballen om alles aan de kant te zetten, maar dat was voor mijn hand ook nog een te groot risico. Dus toen heb ik een half jaartje er echt mee gezeten… Ik heb toen niets gedaan, dingen lukte niet, ik moest opeens ook een andere opleiding kiezen. Daar zat ik ook niet op te wachten. Door die militaire opleiding heb ik wel heel erg geleerd dat als je een tegenslag meemaakt, je er goed mee om moet gaan en andere kansen moet pakken. Dus dat heb ik gedaan en ik ben gelijk andere dingen gaan zoeken.
Het was voor mij doorpakken en gaan. Ik ben ook niet iemand die stilzit. Ik moest gaan van mezelf, alle kansen pakken. Ik dacht: er gaat niemand zijn die dat voor me gaat doen dus ik ben degene die dat zelf moet doen. Dat heeft me sterk gemaakt en gemaakt tot wie ik nu ben en wat ik nu doe. Ik heb pas door basketball echt geleerd dat je elkaar nodig hebt en dat je het met elkaar moet doen. Dat is een van de dingen die ik het mooiste vind van alles. Door basketball ben ik echt dingen gaan doen met andere mensen en anderen erbij betrekken. Ik probeer altijd iedereen erbij te betrekken en dat vind ik ook echt leuk om te doen. Als je het samen doet is het altijd beter dan alleen.
Die vrijheid heeft me groter gemaakt
Dat vind ik zo mooi aan 3X3 Unites, dat stukje community building. Iedereen heeft een verhaal en iedereens verhaal is evenveel waard als jouw verhaal. Er is ruimte om je verhaal te vertellen, er is ruimte om zelf dingen in te brengen. Ik vind het altijd geweldig dat er wordt gezegd: ‘oké, ja, zoek het uit, ga het doen, ga het regelen en als het niet lukt, dan laat je het weten.’ Die vrijheid, die heeft me echt groter gemaakt. Daarmee wil ik ook verder. Ik ben eigenlijk nog steeds een beetje op zoek naar wat echt bij me past en zoekende in mezelf. Het liefst zou ik gewoon mensen op een bepaalde manier willen motiveren. Ik heb best wel een lastige jeugd gehad en ik heb daar altijd het positieve van kunnen inzien. Het liefst zou ik andere mensen daar mee willen helpen: dat ze zo positief mogelijk moeten zijn in hun leven. De vraag is alleen hoe ik het ga doen en met wat voor insteek en welke materialen!